Een spirituele achtbaan / Rollercoasting with the spirits
What goes up must come down…….
Dag drie zette me weer met beide benen op de grond. Het in de power brengen door onze oppergod ging nog wel maar zijn hautaine gewauwel (excusez le mot) daarna deden me ineens denken ‘wat moet ik hier ?’. Door alle consternatie van de afgelopen dagen zou ik bijna vergeten dat ik hier voor research voor mijn nieuwe boek was en niet als medium.
Misschien dat het door deze plots opkomende negatieve energie kwam of gewoon door pech, maar alle oefeningen die ik moest doen verliepen catastrofaal. En niet alleen bij mij, ook bij de andere groepsleden.
Maar we hadden wel lol. Zo zag Noël een man met een lange, witte baard die niemand kon plaatsen. Met mijn verwrongen geest opperde ik: misschien is het de Kerstman, Père Noël. Hilariteit all over en het sein voor meer. Zo kon Rowena de naam van een Zweed uit onze groep maar niet onthouden – hij heette Jajja,niet alledaags, dat moet ik toegeven – en noemde hem de ene keer Fred en dan weer Edward. Ik vertelde haar dat ja in het Nederlands yes betekende en dat dit haar misschien een ezelsbruggetje zou geven. Ze moest gewoon na de eerste naam die bij haar opkwam ‘no no’ denken dan kwam het ‘ja ja’ misschien vanzelf. Het hielp inderdaad een beetje maar de echte naamdoorbraak kwam eind die middag. Iemand las ‘paarden’ bij Jajja, iets wat totaal niet klopte. Hij had niets met paarden, zei hij. ‘Wel waar’ riep Maria, een van de groepsleden, lachend en deed alsof ze op een paard reed en sloeg ‘jah jah’ roepend op zijn virtuele billen.
Die avond was mijn geloof in de ‘spirits’ tot nul gedaald en maakte ik maar een extra flesje wijn soldaat met mijn vrienden.
Zette dag drie me weer met beide benen op de grond, dag vier deed me daardoorheen zakken. Dat kwam niet door de groepssessies, die waren gezellig, al waren de readings oppervlakkig en kon je er alle kanten mee uit, maar door het avondprogramma. ‘Experimental Evening’ stond er op het programma en dat bleek E.V.P. te zijn.
Waarschijnlijk vraagt u zich, net als ik toen, af wat E.V.P. is. Het staat voor Electronic Voice Phenomenon, oftewel simpel gezegd, het opnemen van stemmen uit het hiernamaals. Het recept is eenvoudig. Men neme ca. 50 mensen, zet ze in een cirkel en laat ze twee aan twee op fluisterende toon gedurende ongeveer 10 minuten met elkaar sudderen over geestelijke zaken waarbij een tutor de spirit om de twee á drie minuten vraagt binnen te komen. Neem het gemurmel op met minimaal één maar liever nog twee recorders die midden in de cirkel zijn geplaatst, en haal deze, als iedereen gaar is, uit de cirkel en luister ze met zijn allen af. Succes verzekerd! Je staat ervan te kijken wat men allemaal meent te horen. Van ‘I am here’ tot ‘sex’. En mocht je zelf niets verstaan, zoals mij gebeurde, het kijken alleen al naar 50 volwassen mensen die supergeconcentreerd over een voice recorder gebogen zitten en van wie er om de beurt eentje roept: ‘ik hoor….’ is het experiment meer dan waard.
Na de sessie beging ik mijn eerste doodzonde van deze cursus door in mijn onschuld een groepje diehards te vertellen dat ik het allemaal nogal ‘vaag’ vond en dat ik me ook afvroeg hoe een spirit in hemelsnaam kon praten omdat hij of zij geen keel of tong meer had. Dat had ik natuurlijk nooit mogen doen. Ineens werd ik bedolven onder woorden als vibraties, ectoplasma, entiteiten en nog een stapeltje bewijzen.
Dat ontlokte mijn door het hele gedoe getriggerde opstandige geest een tweede doodzonde. ‘Waarom laat men deze bewijzen dan niet aan het grote publiek zien? Elke twijfel zou daardoor toch weggenomen worden?’
Fout, fout, fout. ‘Men hoefde niets te bewijzen!’
Dat snapte ik niet. Hoe meer zielen geloofden, des te beter toch? Dus hup, op tafel met die bewijzen.
Maar dat was tegen dovemansoren gezegd. Men draaide zich om en liet mij verbouwereerd alleen achter.
Die nacht in bed wist ik ineens niet meer wat ik van het hele gedoe op het Arthur Findlay College moest denken. Maar de spirituele rollercoaster had nog een paar dagen te gaan, dus wie weet wat voor capriolen me nog stonden te wachten.
(wordt vervolgd)
Hihaaa!!
De realiteit zit werkelijk in de visie van de toeschouwer…
Daar waar huisgeesten en voorouders bij velen een vast onderdeel van het meubilair uitmaken, hebben honderden ‘nuchtere’ landgenoten de toekomst proberen vast te leggen in abstracte IJslandse banken…
Tis maar net wat je gelooft of bestaat iets slechts omdat je het gelooft?
Groetjes, een mede-cursist
It’s all in the mind!
Kritisch zijn kan ook subtiel!
Misschien een makkelijker ezelsbruggetje voor Rowena: ouija (van het overbekende ouija bord – voor degenen die het niet kennen: een spel om vragen te kunnen stellen aan overledenen of het onderbewuste) betekent JaJa…
Hoeft dat paard niet steeds op zijn kont gemept te worden