Eigenlijk had ik deze blog vannacht om drie uur moeten schrijven. Toen was ik zo ontzettend kwaad dat mijn woede er letterlijk uitspoot. Als er toevallig een bisschop langs gekomen was, had ik hem hoogstwaarschijnlijk in elkaar geramd.
De afgelopen dagen spoken er allerlei beelden door mijn hoofd: een dappere Ton Leerschool die zich stoer probeert te houden terwijl hij zijn verhaal doet voor Tv, de zelfvoldane blik van aartsbisschop Wim Eijk, de troostende hand op de rug van een vrouw achter de door het verleden overmande Michel Vossen tijdens Nieuwsuur, het gedraai om de doofpot van Deetman, de RKK journalist die niet doorvroeg, en dat alles vermengd met mijn eigen verleden, de pijn en het kinderlijk onbegrip.
Ik dacht dat ik verleden jaar na twee slapeloze maanden die dikke korst terug op mijn misbruikwond gekregen had, dat hij weer genezen was en ik verder kon met mijn leven. Maar er blijkt nog een enorme hoop pus onder te zitten, vuiligheid die eruit wil omdat er de hele tijd op de wond gedrukt wordt. ‘’Misschien moet ik toch maar in therapie,” flapte ik er vannacht uit, maar bedacht me vijf tellen later dat ik ruim vijfenveertig jaar geleden mezelf beloofd had voortaan al mijn zaakjes zelf te regelen. Mijn gemoed was toen een jojo, het ene moment wilde ik weg van alles, me begraven op mijn berg en nooit meer terugkomen, het andere moment lachte ik tranen omdat het voor mij dubbelzinnige liedje “ik heb een potje met vet, al op de tafel gezet” door mijn hoofd schoot en ik naar boven wilde rennen om op internet op te zoeken waar die tekst vandaan kwam.
’s Middags, in de auto op weg naar een afspraak, had ik aan de twee brieven moeten denken die ik in april 2010 kreeg. De ene was van de provinciaal overste van de Redemptoristen. Hij betuigde op zo’n afschuwelijk afstandelijke manier zijn spijt over het misbruik dat ik de brief woedend verscheurd heb en door de wc gespoeld. Want daar hoorden zijn woorden thuis tussen de uitwerpselen. De ander was van Gé Janssens*, de pater onder wiens hoede wij toen geplaatst waren. Hij was oprecht, hij schaamde zich voor het feit dat hij het toen niet heeft gezien, hij schaamde zich voor iets waar hijzelf niets aan kon doen. Hem heb ik teruggeschreven, dat verdiende hij, want er waren, en zijn nog steeds, heel veel goede paters en priesters en die zijn nu ook slachtoffer. Neem Jan Peijnenburg, de priester die al 45 jaar samenwoont en nu door de bisschop geschorst is. Zelfs Pauw en Witteman hadden er moeite mee om tegen de van begrip en vriendelijkheid overlopende man te moeten zeggen dat ze hem af moesten kappen omdat er nog meer tafelgasten waren. Als ik Jan Peijnenburg vergelijk met de even oude Simonis, dan denk ik: hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat ze uit dezelfde kerkelijke school komen. Is het de macht? Het idee dat je beter bent dan anderen? Want dat laatste is hetgeen de gezagsdragers van de Kerk nu, zelfs na het vernietigende rapport Deetman, nog steeds uitstralen. Dat is ook de reden waardoor bij mij de wond steeds maar weer opengereten wordt, die arrogante blik, die onechte woorden van spijt, het nog steeds kloppen op de borst van “kijk eens hoe goed we het nu doen” en de leugens “ik wist er niets van”. Ik overdacht vannacht wat ik zou doen als ik vandaag weer een brief van de Redemptoristen in de bus zou vinden. Zou ik hem openmaken en lezen? Of zou ik hem op het dartboard hangen en me de rest van de dag afreageren? Ik weet het niet.
Maar dat de R.K. Kerk voor tienduizenden slachtoffers de Kerst van dit jaar weer eens verpest heeft is duidelijk. Blij dat het een van oorsprong heidens feest is.
Jezus, wat ben ik nog steeds kwaad.
* Ik googlede net Gé Janssens’ naam omdat ik niet zeker wist met hoeveel essen ik zijn naam moest schrijven. Tot mijn verbijstering las ik dat hij gisteren, 19 december bij een auto ongeluk in Wittem om het leven is gekomen. Het was een goed en oprecht mens, een pater zoals naar mijn mening paters horen te zijn.
(22 december: morgen wordt Gé Janssens begraven. Als ik het op kan brengen, ga ik ernaar toe. Vreemd : gisteren weer die woede naar aanleiding van het totaal gevoelloze optreden van bisschop De Korte in Moraalridders en vandaag met mijn gedachten bij Gé Janssens)
tranen springen spontaan in mij ogen bij het lezen van je stukje,lieve broer; ja, de wond is nog niet dicht.
met veel liefs.
Jose, ik kreeg kippenvel toe ik je blog las. Ik denk dat niemand weet hoe erg het leed bij jou en bij al die anderen was en nog steeds is. Goed dat je van je afschrijft en goed dat we het mogen lezen. We mogen al die kinderen niet vergeten! Schrijf! Laat je horen!
hallo jose,
man wat kan jij schrijven! Net als de vorige schrijfster, kippenvel op mijn armen.
Jose blijf schrijven over dit onderwerp, allen die minder begaafd zijn hebben het recht op een spreekbuis!
Ik haal alleen een gedeelte van het gedicht van mijn overleden vrouw aan uit haar boek: ´Maria was haar naam´van Willy Balyon:
¨Lof zij de Heer, je hebt een thuis gevonden!¨
het vreemde beest hield daar al trouw de wacht
de nagels scherpend aan de versgeslagen wonden
besprong het mij in ´t donker van de nacht.
Al wat het helle licht niet mocht ervaren
werd overdag door godsvrucht toegedekt
¨In eeuwigheid zal God je ziel bewaren!¨
maar ik werd tot een speelbal hún vertsrekt.¨
Sterkte José,
wim balijon.
Dat die wond nog niet genezen is, is ook geen wonder als steeds weer blijkt dat veel leidinggevenden in de rooms-katholieke kerk nog steeds niet eerlijk zijn in hun uitlatingen. Gelukkig zie jij ook dat er goede en oprechte paters waren en zijn. Geweldig dat jij zo scherp en emotioneel over dit onderwerp kan schrijven en zo inderdaad een spreekbuis bent voor al die anderen. liefs, je ‘nichtje’ Karin
Wat ’n goed geschreven stuk José! Jammer dat het dit onderwerp moet hebben. Toch schrijf je over Pater Gé Jansens met veel liefde en zonder haatgevoelens, ondanks het feit dat hij ook bij “die kerk” hoort. Er zijn ook goede priesters, paters en broeders die onder deze ellende lijden, schrijf je. Als je ondanks alles, nog zó positief kan reageren, hoop ik dat je ook de kracht zal krijgen om die “anderen” te vergeven en het te kunnen vergeten. Veel sterkte en ’n hartelijke groet, Rob Strengers
Nee José, er zijn geen goede paters,etc., er zijn alleen goede mensen!
Bedankt voor je blogs.
Onmiddelijk na het praatje van Deetman heb ik woedend getwitterd. ( jouw broer Eric vond dat ik rustig moest blijven) Ze moeten godverdomme die club met hun verminkende idiologie aan pakken! Die klootzak die jou te grazen genomen heeft, is een deerniswekkende product hiervan! En ze zijn te stom te bang te hoogvaardig om dat toe te geven! Ik wens deze bespottelijke schijnheiligen de meest bijbelse lijfstaffen. Maar ik laat het maar bij de gedachte, net als jij. Ze gaan ook gewoon dood en een echt leuk liefdevol leven is ze ook al niet gegund!
Een nog steeds woedende neef Rob.
Dat ik misbruikt ben geweest is nu ruim 60 jaar geleden.
Ik draag het als een zware last in al die jaren met mij mee.
Ik denk ook dat het misbruik van sommige priesters/fraters van toen, óók mijn huwelijk heeft gekost.
Ondanks mijn leeftijd van 74 jaar, ben ik nog steeds argwanend naar “grote” mannen. Er bekruipt mij dan nog steeds veel angst!
Kan je nagaan wat die vuile viezeriken ons kinderen (toen) hebben aangedaan! Een hele grote schande voor al die kerkelijke die er niet eerlijk mee omgaan en het vergoeilijke.