Noot: mijn blog berust dit keer geheel en al op subjectieve, zwaar gekleurde en indirecte weergave van feiten, uit de voegen gerukte waarheden en gedeeltelijke momentopnames, zoals het een onobjectieve toeschouwer betaamt.
Menig kind wil brandweerman worden en jonkvrouwen, pasgeborenen en huisdieren met hoge aaibaarheidsfactor uit vlammenzeeën redden, zwartgeblakerd maar trots door burgemeesters gehuldigd worden en tussen deze enerverende bedrijven door gezellig met collega’s stamppot brouwen op de kazerne, frituurbranden ensceneren en regelmatig de helse toeters en bellen van de rode gevaartes testen.
Andere kinderen kiezen ervoor dokter te worden en in donker Afrika leeftijdsgenoten te redden van levensbedreigende zaken als buikloop en smerige infecties.
Ook zijn er hordes kinderen die ervan overtuigd zijn later ‘Captain Jack Sparrow’, ‘Jantje Smit’, of, vanwege zijn weergaloze haardos en regelmatig optreden op TV, ‘Geert Wilders’ te worden.
Iedere ouder weet dan al dat door CITO-toetsen, pakketkeuzes en mogelijkheden die de kinderen met kruissnelheden moeten voorbereiden op de dagelijkse realiteit van de Nederlandse tredmolen, en door het ouder worden van het argeloze kinderhart – Johnny Depp gaat een buikje vertonen, de brandweermannen worden zelden gelauwerd en zeker niet beloond door schone missen en bulkende loonzakjes, Jantje is geen ‘tje’ meer en het vijfde blonde toupet van Geert vertoont sporen van mot – deze wilde kinderdromen slechts lachopwekkende anekdotes zullen blijken te zijn tijdens inzakkende familiebijeenkomsten.
Zo niet bij zoon Jesse.
Als zelfbenoemd luiwammes (www.jessechina.blogspot.nl) besluit hij zich niet te laten meevoeren in de gangbare ‘vaart der volkeren’om reeds platgetreden paden en voorgekauwde banen te bewandelen. Zijn eindexamen doorloopt hij met een zelfgefabriekte knal (de Chinezen zijn dat al drie eeuwen machtig) en met de nieuwsgierige blik van een geheel niet ontmoedigde ludieke Livingstone begeeft hij zich op zelf uitgevonden wegen. In plaats van wenend op Schiphol de in Spanje wonende papa op te wachten, vertrok hij regelmatig naar onbekende uithoeken van Europa voor zaken die machtig veel interessanter waren of stortte zich met volle teugen in het bandleven ‘on the road’.
De wereld is echter groot – Jesse wordt als bassist wereldberoemd in Zwijnstein, werkt zich daarnaast driemaal een slag in de rondte in de horeca – en het avontuur roept, zij het vooralsnog in koeterwaalse tongval.
Maar vaders zouden geen vaders zijn zonder nog ergens een opgeborgen jongensdroom te koesteren: ‘Waarom ga je niet naar China?’
China is in opkomst (in elk geval in aantal, een-ouderpolitiek of niet) en zal een belangrijke rol in de toekomst gaan spelen, Chinees eten is ook niet mis te verstaan (of misschien juist wel, alles gaat in de kookpot, dus een eetwoordenlijstje is geen overbodige luxe), de Olympische Spelen komen eraan… maar vooral en heel simpel is China natuurlijk een eindeloos groot land, vol verscheidenheid, tegenstellingen en verbazingen en vooral veel, heel veel mensen. Voor een jongen met onstilbare nieuwsgierigheid ’s werelds grootste ‘Toys’r’us’.
En met zo’n verschrikkelijke hoeveelheid mensen: hoeveel muzikanten lopen daar wel niet tussen?
Natuurlijk gaat onze jonge avonturier, jongensdromen van je papa zijn er om te vervullen, kom nou even, ook al kunnen negentienjarige knieën aardig knikken. En waar gaan we dan naar toe als we wat steviger in onze schoenen staan? Tibet natuurlijk, Lhasa, daar gebeurt tenminste iets en het hoppen van de monniken is veel echter dan de Jet-Li vliegcursus die over de Westerse beeldbuizen scheert. Als wat opgejutte relschoppers die in de buitenlandse media demonstranten voor onafhankelijkheid genoemd worden aan het plunderen slaan maak je daar natuurlijk foto’s van voor het thuisfront, of er nu doden vallen of niet, en baal je als je camera in beslag genomen wordt. Maar ja, ‘that’s life, pa, that’s life’. Ineens sta je als een van de weinige buitenlanders in Tibet in het Parool die tot je grote verbazing voor het gemak maar vergeet te vermelden dat je je camera een dag later gewoon weer terugkreeg met alle foto’s er nog op. Je leert heel snel heel veel, over intimidatie door een leger, censuur op het internet (DL in plaats van Dalai Lama) maar ook over hoe de media eenzijdig berichten en weet ineens dat ‘Het zijn net mensen’ van Joris Luyendijk ook op Nederland slaat. ‘De Wereld Draait Door, pa’ zeg je op Skype naar aanleiding van wat je hoort hoe er hier gereageerd wordt en onkundig van het absurde toevalsfeit dat DWDD bij gratie van het misleiden van haar publiek en gasten bestaat.
Twee beroepen zijn ertussendoor geslipt in het rijtje van brandweerman, dokter en beroemdheid: journalist en geheim agent, en dan een echte geheime, geen James Bond type. Misschien is een combi van beiden voor een zelfbenoemde luiwammes nog het beste, een Mac Bacon is ook lekkerder dan een Big Mac. Dan kan je sneaky kijken wat er echt gebeurt op de wereld en er, natuurlijk onder dubbele pseudoniem, over schrijven. Of is dat nu weer een jongensdroom van de papa.
Ik ben een ontaarde vader.
(met dank aan Renata)
Hey, leuk stuk, duidelijk op de schrijvers toer. Gelukkig zijn zonen er ook voor zichzelf en niet alleen voor de papa’s 😉 Maar dat heeft Jesse zeker door. Jesse Bond, klinkt best goed.
Je kind de wijde wereld in laten gaan getuigt van een rechtgesnaard vaderschap. Leuk schrijversduo komt er voort uit een éénogige treurwilg en haar floris nachtegaal..
Respect voor de vader en voor de zoon!
Boeiend geschreven, heb het twee keer gelezen, maar waar slaat dat “ontaarde” toch op?