HET PADJE KWIJT

Opgetogen ging ik twee weken geleden terug naar Spanje om de laatste hand te leggen aan mijn nieuwe roman; het hele verhaal was klaar, uitgeprint en handzaam in een ordner opgeborgen, mijn pocketcriticus Renata was al ruim een week bezig met het nakijken en het plaatsen van opmerkingen, en mijn gedachten dreven al een beetje af naar het volgende boek…

De Spaanse tamtam had ons druppelsgewijs al in het door winterweer geteisterde Nederland bereikt, dus waren we enigszins voorbereid dat onze tocht naar huis niet geheel over rozen zou gaan. Maar wat we onder aan de berg aantroffen deed mij drie keer slikken: de enorme regenbuien die de weken voor onze komst omlaag waren gestort, hadden zulke grote modderstromen veroorzaakt dat rijden over de gemeentelijke betonweg alleen met ware doodsverachting en jarenlange chauffeurservaring kon plaatsvinden.

dsc02706.JPG

Nochtans kon het laatste niet voorkomen dat bij mijn bijrijdster de maaginhoud op oneigenlijke wijze haar lichaam dreigde te verlaten, ze haar vingers in het dashboard en het portier klauwde in een poging te voorkomen door de auto gekatapulteerd te worden en haar tanden een klapperend geluid voortbrachten bij iedere hobbel en diepe geul die overwonnen werd. Haar gelaatskleur had ook een eigenaardig soort groen aangenomen.

Een nog grotere schrik wachtte echter, toen de betonweg overging in het onverharde “privado” weggetje dat naar mijn huis behoort te leiden en ik letterlijk het padje kwijt bleek te zijn: de weg was weg!

dsc02697.JPG

Het eens lieflijke laantje door de campo was veranderd in een aaneenschakeling van modderbaden en gaten groot genoeg om er een 4 x 4 in te laten verzwelgen. Dus werd het lopen – de barro (Spaanse modder, een stuk vetter dan onze ouwe, blauwe zeeklei) vormde klompjes rond onze voeten en zoog ons enkeldiep in zijn plakkerig spul – met koffers en proviand over een afstand van 800 meter. Niet veel zult u zeggen en daarover zou ik het met u eens zijn als het alleen maar bergaf was en er geen marathon aan copieuze feestmaaltijden tijdens het verblijf in Nederland aan vooraf was gegaan. Zwoegend, met een overdaad aan nieuwe boeken (lang leve de Slegte), de Wii-fit gameconsole als tegenhanger voor de geleden schranspartijen (800 m met het apparaat en accessoires sjouwen: hoeveel calorieverbruik zou dat opleveren?) en als tegenwicht natuurlijk voldoende – hier niet verkrijgbare – etenswaar, slaagden we erin de tocht in drie rondes te volbrengen. De groene gelaatskleur van mijn metgezellin was inmiddels van groen in een glimmend rood overgegaan.

Na een snel aangemaakt haardvuur en een lekkere spaghetti om weer wat energie te krijgen maakte ik een ronde door het huis.

Dat had ik voor een goede nachtrust beter kunnen uitstellen tot de volgende dag: een barrostroom had zijn weg weten te vinden door de linkerkamer, waar de fossielenuitstalling een luisterrijk element kreeg toegevoegd door de aanwezigheid van 5 centimeter modder op de vloer.

dsc02694.JPG

Een holenmens zou er zich thuis in voelen. Ook bleek het overvloedige regenwater zich vergrepen te hebben aan het aan de andere kant gelegen appartement en had voor een heuse overstroming, inclusief afdrijvende vloerkleden, gezorgd.

Het enige wat troost bood op de benedenverdieping was mijn padjesstoelenkwekerij in de kleine almacen: door het hoge vochtgehalte in de lucht was de groei geëxplodeerd tot een zee van heerlijk zwammig voedsel.

De dagen daarop ben ik druk bezig geweest de schade te herstellen en omdat het, zoals het hoort hier, weer schitterend weer was, kon ik het moeilijk een straf noemen.

Net toen ik alles weer een beetje op orde had, was ook Renata klaar met het doorploegen van mijn manuscript (ruim 400 bladzijdes).

dsc02709.JPG

Tijd voor bespreking dus.

Het werd een pijnlijke bevalling. Volgens haar had ik een leuke soap geschreven, maar van de bedoeling die ik met de roman had toen ik begon te schrijven was weinig meer terug te vinden. Kort maar krachtig gezegd: tijdens de drie maanden schrijven was ik in mijn enthousiasme het padje kwijt geraakt.

Na twee dagen wonden likken en twee nachten die ik het liefst vergeet, heb ik de knoop doorgehakt: ik ga het hele boek opnieuw schrijven. Ik wil geen soap op mijn naam, die zijn er al veel te veel.

Maandag ga ik beginnen, met zicht op het stuwmeer dat eindelijk, na zes jaar, weer bijna helemaal vol is en er fantastisch uitziet.

dsc02696.JPG

Hopelijk zal dat ook het geval zijn met mijn nieuwe manuscript straks.

Voordeel van het padje kwijt zijn?

dsc02746.JPG

P.S.

Aangezien de markt de afgelopen tijd net een ‘pad’ te ver lag, hebben wij ons – deze twee weken – vergrepen aan de padjesstoelenkolonie uit de kelder; spaghetti met zwammen, Pad Thai met padjesstoelen, broccoli met paddo’s en als sluitstuk vandaag: padjestoelenkroketten.

Werkelijk verrukkelijk!

Voor de liefhebber hier het recept, (teruggebracht naar handzame hoeveelheden voor diegene die zelf geen kweek heeft)

300 gram paddestoelen (maakt niet uit welke)

1 ui

1 Spaans pepertje, heel fijn gehakt

olijfolie

3 dl bospaddestoelen bouillon (van een blokje of zelf gemaakt)

80 gram boter

8 eetlepels bloem

1 eetlepel verse bieslook gehakt

200 gram panko (dit is Japanse paneermeel, te halen bij elke toko)

1 eetlepel gedroogde rozemarijn (of verse, maar dan wel héél fijn gehakt)

1 eetlepel gedroogde basilicum (of… inderdaad, u raadt het al)

4 eieren, losgeklopt

zout

peper

Hak de paddestoelen fijn, snipper de ui en bak ze samen met het Spaanse pepertje en wat peper en zout in een scheutje olijfolie tot ze net zacht zijn.

Smelt de boter, voeg als hij bruist 5 eetlepels bloem toe en blijf roeren tot de roux licht begint te verkleuren.

Giet er langzaam al roerend de bouillon bij tot je een mooie ragout hebt. Voeg de paddestoelen-ui mix toe samen met de bieslook, roer het geheel een paar keer om en laat het afkoelen in de koelkast (minimaal 2 uur).

Verdeel de opgestijfde ragout in 8 (of als je dikke kroketten wilt 6) gelijke porties en maak van elke portie een kroket. (Je handen tevoren even natmaken helpt).

Meng de panko, de rozemarijn en basilicum goed door elkaar.

Rol elke kroket licht door de bloem, daarna door het ei en vervolgens door het paneermengsel. Bij twijfel en voor mensen die van een nog knapperige korst houden (zoals ondergetekende) vervolgens een tweede keer door het ei en door de paneer.

Laat ze daarna een uurtje rusten in de koelkast.

Ik bakte ze daarstraks op 170 graden tot ze mooi bruin waren (ca. 2 minuten).

Je zou er vegetariër van worden.

Met dank aan Renata 🙂

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

4 reacties op HET PADJE KWIJT

  1. Mattijs schreef:

    Tja, je woont afgelegen of niet he 😀
    Maar zo te horen heb je alles redelijk snel weer op orde gekregen. M’n complimenten voor de foto’s! Het recept voor de kroketjes gaan we zeker uitproberen. Misschien is het iets voor in het weekend in maart?

    Maïs

  2. Ria Schraverus schreef:

    Jose!
    Het pad van een schrijver gaat niet over rozen!
    De moeilijke weg naar huis, de klap na de reactie op het boek…..
    Jouw verhaal, jouw gedachten waarvan je denkt dat iedereen die zal begrijpen en op dezelfde manier zal lezen als jij bedoeld. Al dat werk, de opluchting, de trots dat je het hebt volbracht.
    Dan de ontploffing, die reactie…..alsof je sterft!
    De echte schrijver overleeft, staat op, laat zich niet kisten en begint opnieuw. Dat toont karakter! Dit boek wordt goed!
    Zet ‘m op!
    Ria

  3. Niels schreef:

    Wonden likken na hard werk, ken ik helaas maar al te goed. Maar ik heb aan jou gelukkig een goed voorbeeld van hoe je daarna te werk kan gaan 🙂

    Schrijf ze en thrill ze allemaal weg!

    Niels

  4. Quinten schreef:

    Oei, dat is idd balen. Maar als je er zelf niet tevreden mee bent, moet er wat aan gedaan worden. Succes met de herstart!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *